Ik zit op de fiets, onderweg naar het station, om de trein te pakken naar Düsseldorf, daar hebben we een belangrijke afspraak met het sales team.
Ineens voel ik me gek, mijn linker gezichtshelft begint te tintelen, mijn lippen lijken gevoelloos te worden. Ik begin ook minder goed te zien, mijn linker oog krijg een waas, alsof het nat is en ik er niet doorheen kan kijken.
‘Zometeen in de trein kan ik even bijkomen’ denk ik. En ik fiets rustig verder. Het voelt raar, maar het gaat wel.
Bij het station aangekomen ontmoet ik mijn collega. Ik zeg haar dat ik mij raar voel, maar kan eigenlijk ook niet zo goed uit mijn woorden komen.
‘Hier drink een beetje water’ zegt zij en dat doe ik gehoorzaam.
Ik ga zitten in de trein en kijk voor me uit. Het zal wel meevallen. Ik stuur mijn manager wel een berichtje. Dat ik me niet lekker voel, dat ik iets raars heb ervaren lichamelijk en dat ik hoofdpijn heb. Ze reageert niet. Zij is er al, in Duitsland en ze zullen druk zijn in de meeting.
Wanneer we aankomen, groet iedereen, maar ook niet echt. Mijn manager zeg gedag, maar vraagt niet hoe ik me voel. En dan waai ik het ook maar een beetje weg.
‘Hoofdpijn, maar ik heb paracetamol geslikt, het zal wel weer overgaan.’ zeg ik tegen niemand in het bijzonder.
Ik wil me niet aanstellen, misschien staat er een migraine aanval te wachten, ik weet het niet. Die heb ik de laatste tijd af en toe. Mijn oma had die ook, dus het zit in de familie, ik zoek er verder niet zoveel achter.
Nu dat ik er op terugkijk, weet ik dat dit lichamelijk tekenen waren van overwerktheid, stress, overspannen. Hoe je het ook wilt noemen, het was niet goed! Ik ging me er ook onzeker door voelen, ongelukkig.
Op mijn werk verdween ik langzaam naar de achtergrond. Ik kon er niet zo goed over praten, want ik snapte het niet zo goed en heb ook eigenlijk nooit geleerd hoe ik erover moet praten.
Over mijn gevoelens, over wat er binnenin gebeurt. Het werd ook normaal. De hoofdpijn, de vermoeidheid.
Aan het einde van de week, meestal begonnen we donderdag al, gingen we met z’n allen wat drinken (collega’s) stoom afblazen.
Dat waren (meestal) hele gezellige feestjes. Het was altijd wel intiem en hecht, wij als collega’s. We begrepen elkaar. Allemaal in hetzelfde schuitje, stress, hoge druk, hard werken. Work hard, Play hard, was het motto. We leefden in een bubbel dit was het leven wat we kenden.
Tijdens mijn jaarlijkse beoordeling kreeg ik een nieuwe functie aangeboden. Speciaal voor mij gecreëerd. Het contract was al gemaakt, ik hoefde alleen maar te tekenen.
Ik zou meer naar de achtergrond gaan. Meer strategisch meedenken, (nog meer) met cijfertjes werken. Klonk niet echt als mijn ding, ook niet als iets wat ik echt leuk vond, maar het voelde alsof ik geen keus had.
Stiekem was ik al lang blij dat ik wat meer naar de achtergrond werd geplaatst, dan werd de druk misschien wat minder. Ik hoefde nu niet meer zoveel te reizen (ik was elke maand op reis), dus ik kon weer fatsoenlijk afspreken met vrienden en leuke dingen doen in mijn vrije tijd.
Achteraf was dit raar en kon het ook eigenlijk helemaal niet. Zomaar op een andere functie gezet worden.
Tijdens een teamdag, hadden we een keer een persoonlijkheidstest gedaan. We kregen hier een heel uitgebreid profiel uit. Die van mij klopte aardig; ambitieus, besluitvaardig, daadkrachtig. Danielle is niet van de details, maar meer van het helikopter overzicht en resultaat. Ik weet nog dat ik die dag heel erg leuk vond! Eindelijk aandacht voor onze persoonlijke ontwikkeling, ik vond het MEGA interessant.
Maar in mijn nieuwe functie had ik niet echt een team, stelde ik naar mijn idee niet veel voor en dus was het blijkbaar ook niet de moeite waard mijn profiel te lezen.
Als iemand de moeite had genomen die van mij door te nemen hadden ze geweten dat ik eigenlijk op de verkeerde functie zat.
Nu ik dit zo opschrijf ben ik mij bewust van mijn reactieve gedrag, toen.
Als ik het nu overnieuw zou mogen doen, met wat ik weet, met het zelfvertrouwen wat ik nu heb, dan had ik er proactief iets mee gedaan.
Maar ik was er niet toe in staat, ik was gestresst, en het kostte me al energie genoeg met mijn hoofd boven water te blijven, de fiets te pakken naar kantoor, laat staan proactief iets ondernemen.
Daarnaast, waar liep ik nou moeilijk over te doen? Ik had een eigen appartement, ik had een goed sociaal leven. Ik had een prima salaris, waar ik mee uit eten kon, shoppen, op vakantie! Werk was maar werk! toch?
Nu weet ik wel beter, gelukkig. Maar dat heeft echt jaren geduurd, voordat ik zit waar ik nu zit. Het had veel sneller kunnen gaan.
Het had sneller kunnen gaan als ik hier in mijn werk meer ondersteunt was, als er meer aandacht was geweest voor het individu, voor wat de werknemer nodig heeft.
Er zijn tal van opties. Persoonlijk ontwikkel budget, zodat iemand cursussen kan doen en zichzelf kan ontwikkelen, een coach, die in een paar sessie iemand weer in zijn kracht kan helpen zetten en motivatie terug te vinden. Hiervan kan het resultaat zijn dat iemand besluit ergens anders te solliciteren of een andere functie wil binnen het bedrijf. Maar beide gevallen is positief voor het bedrijf.
Want als iemand uiteindelijk in de ziektewet terecht komt, ben je veel verder van huis, dan had je gewild dat deze persoon uit zichzelf was weggegaan met behulp van een coach.
Maar gisteren hoorde ik een ex-collega zeggen dat ze dit een keer heeft geprobeerd en dat ze als antwoord kreeg: ‘Wij doen hier als bedrijf niet aan mee.’
Jammer vind ik dat, want ik weet dat ik niet de enige ben, en ik weet dat ik ook geen uitzondering ben.
Als je hier inzit, in zo een werkomgeving lijkt het op een gegeven moment allemaal heel normaal. Maar dat is het dus niet!
Mocht jij je herkennen in je verhaal en voelen dat het niet is wat je wilt, dan wil ik graag tegen je zeggen: Neem verantwoordelijkheid en kies voor jezelf, want het hoeft niet je KUNT wel degelijk plezier in je werk ervaren zonder de fysieke klachten en de stress.
Comments